Beschrijvingen zijn een belangrijk onderdeel van een verhaal: je wil je lezer ten slotte een beeld geven van de scène. Maar hoe vind je de balans tussen te veel of te weinig beschrijven? Ik geef je een paar principes die je zullen helpen om beschrijvingen boeiend te houden.
Author: Anna Mattaar
Het verleden maakt het personage
Ieder mens wordt gevormd door wat diegene in het verleden heeft meegemaakt, en bij fictieve personages is dat niet anders. Hoe uitgebreid je die achtergronden uitwerkt, wisselt per schrijver, maar voor mij is het een belangrijke stap om mijn personages beter te leren kennen.
Feedback: een kil welkom
Dialogen zijn een krachtig instrument om op een spannende manier informatie te geven in je verhaal. Om de lezer mee te nemen in zo’n gesprek, is niet alleen de dialoogtekst zelf, maar ook de tekst ertussen belangrijk. Hoe dat werkt, dat lees je in deze bespreking van een fragment door schrijver Jelsi.
Alwetende verteller vs. head hopping
De alwetende verteller is een perspectiefvorm waarin je met meerdere personages tegelijk kan meekijken. Dat kan makkelijk lijken: minder kans op perspectieffouten. Zo simpel is het helaas niet. Wat is nou precies het verschil tussen wisselende perspectieven en een alwetende verteller?
Feedback: koude douche
De opening van een verhaal heeft een zware last te dragen: het moet de aandacht van de lezer grijpen met een spannende of intrigerende situatie, en tegelijk een sterk eerste beeld scheppen van personages en setting. In dit fragment van Titia Schut gaat het eerste goed, maar kan het tweede nog wat aandacht gebruiken.
Feedback: elke pijl raak
Met dialoog kun je een scène tot leven brengen, maar dan is het wel belangrijk dat de lezer goed kan volgen wie wat zegt. Aan de hand van een fragment van Dimitri Vanhalme laat ik zien hoe je dat aanpakt, samen met andere tips om lezers soepeler in het verhaal mee te nemen.