Personages: voor de een komen ze op een dag spontaan het verhaal in lopen, terwijl een ander ze in laagjes opbouwt tot ze gaan leven. Ik vroeg verschillende schrijvers om te vertellen hoe personages ontstaan in hun verhalen. Deze keer: Sophia Drenth over haar intensieve en hectische proces.
Ik ben Roan Storm.
Althans, ik droomde dat ik hem was tijdens een van de heikelste momenten in zijn leven: het moment waarop hij tegen zijn wil van het bloed werd gemaakt.
De beelden en vooral de gevoelens die ik tijdens die nachtmerrie beleefde waren zo sterk, dat die een eind aan mijn acht jaar lange schrijfpauze hebben gemaakt. Een pauze waarin ik alleen mijn personages wel eens miste, het schrijven zelf niet zozeer. Want schrijven betekent voor mij me verdiepen in het wel en wee van mijn personages. Ik wil ze kennen en begrijpen, steunen en troosten alsof het mijn vrienden zijn.

Roans aanwezigheid was zo sterk dat hij me ertoe dwong om na die lange pauze weer te gaan schrijven. Wekenlang verkeerde ik in zijn ban. In die tijd groeide zijn korte verhaal uit tot een novelle en uiteindelijk werd het een roman. Toen het eerste boek van Bloedwetten zijn voltooiing naderde, wist ik dat ik nog lang niet klaar was met Roan.
Opvallend voor een personage dat de eerste vijftig bladzijden van het boek zonder voornaam rondliep. Vaak komt een naam aanwaaien. Soms niet. Kushir, Borga, Ravàn, hun namen zoog ik in een mum van tijd uit mijn duim, maar voor Roan ben ik diverse keren in het namenboek gedoken – zonder resultaat trouwens.
Storm, dat stond wel direct vast. Deze man is een Storm die mijn leven overhoop gooit.
Samenleven met je personages
Om een boek lang met iemand samen te leven moet je hem (of haar) een beetje mogen, of op zijn minst gefascineerd zijn door het doen en laten van een personage. Als schrijver leef je immers maanden, of – zoals in het geval van Roan – jaren samen. Zo bont als het met hem begon, begint het zelden. Al weet iedereen die mij op Facebook volgt dat mijn personages vaak genoeg naast me op de bank zitten en zich met mijn dagelijkse leven bemoeien.
Vooral madame (LaSoeur) was een hardnekkig geval wat dat betreft, misschien omdat zij in alles het tegenovergestelde is van mij.
Wanneer ik een boek schrijf, houdt het geratel in mijn kop niet op wanneer ik mijn laptop dichtklapt. Voor ik het wist zat madame achterop de fiets of naast me in de auto. We beleefden avonturen die ik vanzelfsprekend van me af moest schrijven.
Ik verdiep mij volledig in mijn personages, zodat ik kan overbrengen wat zij doorstaan.
Voordat madame haar intrede deed, schreef ik vrijwel alleen vanuit mannelijk perspectief. Op een kort verhaal na, kroop ik nooit eerder voor langere tijd in de huid van een vrouw. Dat madame enkel een novelle had moeten worden, zegt genoeg. Opnieuw dwong een personage mij om met mijn zelfverzonnen regels te breken.
Voor mij als schrijver is het een intensief gebeuren. Ik verdiep mij volledig in mijn personages, zodat ik kan overbrengen wat zij doorstaan. Ik noem dit wel eens method writing (net zoals je method actors hebt). Als ik hun wederwaardigheden zelf niet even intensief beleef, heeft het schrijven wat mij betreft weinig zin. Ik schrijf om te voelen.
Blijven luisteren
Gelukkig komt niet elk personage met zo’n dreun binnen. De meeste moeten groeien, en dan hebben ze opeens een eigen mening en negeren ze mijn aanwijzingen. Ravàn was er zo eentje. Ik geef toe dat ik hem aanvankelijk enkel heb verzonnen als onderdeel van een monsterlijk trio; meer dan een standaard booswicht zag ik niet in hem. Wist ik veel dat hij eigenlijk helemaal geen booswicht is…
Het is maar goed dat ik altijd blijf luisteren naar mijn personages, zelfs als ze stomvervelend zijn. *mompelt iets over Gunther Eisenwoud*
Dit klinkt allemaal best hectisch. Dat is dan ook een uitstekend woord om mijn schrijfproces te beschrijven: hectisch. Het zal niemand verwonderen dat ik een organisch schrijver ben en dat ik geen hand voor ogen zie in de mist die tot een verhaal moet uitgroeien. Uiteindelijk is het een kwestie van blijven luisteren. Dan gidsen mijn personages mij door de dichte mist die in mijn hoofd hangt. Als ze daar zin in hebben, tenminste.