Nadat de laatste punt gezet is, volgt het proces van kritisch bijschaven tot het verhaal écht zegt wat je wil zeggen. Voor deze serie vroeg ik verschillende schrijvers hoe zij dat proces van proeflezen en herschrijven aanpakken. Deze keer vertel ikzelf over veel willen en lang puzzelen.
Door mijn uitgebreide outlineproces is een verhaal in feite al meerdere keren herschreven voordat de daadwerkelijke verhaaltekst op papier staat. Dat voorwerk scheelt in het herschrijven achteraf: ik hoef zelden grote aanpassingen te maken. Maar juist doordat ik zo helder voor me zie wat ik wil met het verhaal, kan het nog een hele klus zijn om dat ook goed te laten overkomen op de lezer. Daar heb ik proeflezers voor.
Vroege meelezers
Bij mijn novelle Winterwaker waren er al proeflezers in de outlinefase. De reden was vooral dat ik uit een burnout kwam, het schrijven nog erg moeizaam ging, en ik graag iets naar mijn schrijfgroep wilde kunnen sturen. Naast verschillende versies van de outline hebben een paar mensen ook een kladversie (iets tussen een extreem uitgebreide outline en zeer slordige eerste versie) van de finale van het verhaal gelezen, omdat ik daar erg mee zat te puzzelen. Met anderen over het verhaal praten hielp me om verder te komen ondanks mijn lage energieniveau en concentratievermogen. Inmiddels denk ik dat ik er zelf wel weer uit zou komen met mijn brainstormmethodes.
Een vroege meelezer die ik wel wil houden is degene aan wie ik via chat screenshots van de tekst stuur terwijl ik bezig ben. Haar enthousiasme voor het verhaal en de manier waarop ze met de personages meeleeft, werken enorm motiverend. Ze geeft ook direct aan wanneer iets onduidelijk of verwarrend is, of een personage zich net niet natuurlijk gedraagt, zodat ik dat meteen kan aanpassen voordat ik verder schrijf. Dat dit voor mij zo goed werkt, komt doordat het hele verhaal van begin tot eind al in mijn hoofd zit. Als het zich nog moest uitvouwen tijdens het schrijven, zou zulke vroege feedback misschien in de weg zitten om mijn eigen ideeën te blijven volgen.
Kritische proeflezers
De volgende proeflezers lazen per afgerond hoofdstuk: mijn moeder, die vooral een bron van aanmoediging was, en schrijfgroepgenoten die kritische feedback gaven. Ongeveer tot de helft van het verhaal verwerkte ik die feedback meteen. Daarna wilde ik vooral door naar het eind en bewaarde ik alle binnenkomende feedback voor een grote herschrijfronde achteraf, om het verhaal klaar te maken voor de laatste ronde: een drietal ‘verse’ proeflezers en een professionele redacteur. Met hun opmerkingen ga ik binnenkort aan de slag.
Uit de voorlaatste feedbackronde maakte ik onder andere op dat de proeflezers het landschap nog niet duidelijk voor zich zagen en dat de nuances van achtergronden en onderlinge relaties onvoldoende overkwamen. Ik probeer altijd subtiel te zijn met informatie zodat het niet ‘uitleggerig’ overkomt, met als risico dat het soms té subtiel is. Aan reacties uit de laatste ronde kon ik merken dat het meeste inmiddels duidelijk is, en dat de overgebleven puntjes niet of nauwelijks storen.
Puzzelen
Er waren ook lastigere kwesties, zoals een bepaald dialoogzinnetje dat een proeflezer niet passend vond. Ik was zelf erg blij met die zin, dus ik vroeg door. Het bleek dat er voor haar gevoel meer spanning tussen de twee personages zou moeten bestaan rond het betreffende onderwerp. Ik heb vervolgens in het hele voorgaande hoofdstuk kleine zinnetjes toegevoegd om die spanning te ontwikkelen tot het punt waarop een luchtige opmerking een passende ontlading zou zijn.
Iets waarmee ik nog steeds zit te puzzelen is een scène waarvan verschillende proeflezers op verschillende manieren hebben aangegeven dat hij nutteloos lijkt. Voor mij is die scène essentieel, dus schrappen is geen optie, maar de reacties geven wel aan dat mijn bedoeling nog niet goed overkomt. In de vorige herschrijfronde heb ik de emotionele ontwikkeling in de scène versterkt en dat lijkt effect gehad te hebben: de betreffende opmerking van de redacteur was geformuleerd als ‘mocht je nog iets willen inkorten…’, dus geen groot probleem meer. Toch denk ik dat ik nog meer kan doen. Vanmorgen bedacht ik een kleine aanpassing waarmee de scène niet alleen een emotionele, maar ook een concrete verandering kan teweegbrengen voor de hoofdpersoon.
Het is een hele puzzel als je zo veel lagen en nuances wil raken in een verhaal, en ‘perfect’ wordt het nooit. Na deze laatste polijstronde durf ik erop te vertrouwen dat wat er dan nog overblijft aan verbeterpuntjes, niet meer belangrijk is.