Nadat de laatste punt gezet is, volgt het proces van kritisch bijschaven tot het verhaal écht zegt wat je wil zeggen. Voor deze serie vroeg ik verschillende schrijvers hoe zij dat proces van proeflezen en herschrijven aanpakken. Vandaag: Morgan Blade over haar vele (her)schrijfrondes en vrienden die elkaar de hemel gunnen.
Al mijn hele leven ben ik een ‘overdenker’. Op zich niet meteen de beste of meest positieve eigenschap om te hebben, maar ik merk dat het in mijn schrijven eerder een voordeel is dan een nadeel.
Voordat ik iets neerkrabbel, heb ik dat al ontelbare keren herschreven in mijn hoofd. Combineer dat met het feit dat ik een lucide dromer ben (ik ben me ervan bewust dat ik droom en kan ze daardoor aanpassen/terugdraaien/doorspoelen/opnieuw beleven)… Laat ons zeggen dat je niet in mijn hoofd wilt verdwalen.
Blijven schrijven
Mijn eerste versie op papier is dus al enkele keren mentaal herschreven voordat ik het in een fysieke vorm giet. Betekent dit dat die fysieke vorm meteen perfect is? Ha, I wish.
Meestal houd ik mijn eerste schrijfronde simpel. Gewoon schrijven en blijven doorschrijven. Natuurlijk lees ik hier en daar een scene na omdat die info bevat die ik nodig heb, maar doorgaans probeer ik tijdens het schrijven zo min mogelijk aan te passen.
Is mijn eerste versie klaar? Dan ga ik helemaal terug naar het begin. Het voordeel van een plotter zijn, is dat je van bij de start een duidelijk kader hebt waarin je werkt. Staat alles dan al van bij het begin vast? Natuurlijk niet. Elk verhaal geschreven door een plottende schrijver heeft ook organische elementen. In mijn tweede schrijfronde kijk ik na of deze organische elementen zo goed mogelijk in de rode draad van het vaststaande plot zijn verwerkt. Iets dat een ingeving was tijdens het schrijven van hoofdstuk tien, kan ik misschien al aanhalen in een eerder hoofdstuk. Tenminste, als het past. Schrijvend puzzelen is complex, maar oh zo leuk om te doen.
Voor ik het weet, zit ik weer aan het einde van mijn manuscript en kan ik aan mijn derde ronde beginnen. Grote herschrijvingen gebeuren hier niet meer (daar hadden we ronde twee voor). De focus ligt vooral op typfouten en spelling.
Sharing is caring
Ondanks dat ik dit hele proces nu al enkele keren heb doorlopen, is dit nog altijd één van de vele stressmomentjes. Want na drie schrijfrondes is het moment aangebroken dat ik mijn manuscript ga delen met mijn proeflezers.
Ik weet het: doorgaans wordt het afgeraden om familie en vrienden hiervoor te vragen. Toch blijft mijn eerste proeflezer altijd mijn moeder. Waarom? Om te beginnen heeft zij me de liefde voor boeken en fantasy met de paplepel ingegeven. Daarnaast is ze mijn vaste partner in crime bij evenementen en projecten die rond mijn schrijven draaien. En ja, ik ben haar dochter, wat wilt zeggen dat alles wat ik schrijf goed is in haar ogen. Maar toch is ze niet bang om opbouwende kritiek te geven waar nodig.
Dan heb je nog mijn brutally honest beste vrienden. Onze vriendschap is gebouwd op de solide basis van sarcastische humor, liefde voor lekker eten, geekiness, eerlijkheid en vertrouwen. Iedereen in onze groep is op de één of andere manier creatief bezig. We weten van elkaar dat de anderen ons door dik en dun steunen. Dat doen we niet alleen door cheerleader te spelen, maar ook door pijnpunten aan te halen.
Echte vriendschap is nu eenmaal elkaar de hemel gunnen. Maar om die hemel te bereiken, heb je wel de best mogelijke wolk nodig.
Van manuscript naar boek
Wanneer alle feedback van mijn proeflezers binnen is, kruip ik weer achter mijn laptop. Ik verwerk de opmerkingen waar mogelijk en overloop nadien het hele verhaal nog een keer. Deze laatste versie druk ik af en herlees ik samen met mijn moeder. De laatste foutjes die in het oog springen, worden zo goed mogelijk weggefilterd en dan is het eindelijk tijd voor de volgende mijlpaal: het insturen naar de uitgever.
Ik heb het geluk dat ik aan twee reeksen schrijf die al een thuis hebben gevonden bij een uitgever. Hierdoor heb ik meer zekerheid over de aanvaarding van het manuscript dan iemand die zijn eerste verhaal opstuurt. Toch blijven de zenuwen aanwezig totdat ik echt een ‘oké’ krijg van de uitgeverij.
En dan begint het avontuur eigenlijk pas echt. Want mijn ‘laatste versie’? Voordat we van een boek kunnen spreken, gaan daar nog minstens drie redactierondes over in samenwerking met een professionele redacteur.