Elke schrijver is anders en wat voor de een goed werkt, kan de ander juist blokkeren. Daarom heb ik verschillende schrijvers gevraagd om te vertellen over hun unieke schrijfproces aan de hand van het thema ‘van idee naar verhaal’. Marieke Frankema vergelijkt schrijven met schilderen.
Ik vergelijk mijn schrijfproces vaak met het opzetten van een schilderij – of eigenlijk, zoals ik dat zou opzetten. Het begint met een idee dat je eerst met zachte potloodstreken schetst, om vervolgens de juiste lijnen te accentueren, kleur aan te brengen, schaduwen en highlights, en dan staat er opeens iets op het canvas dat af is, een hartslag lijkt te hebben, dat klopt. Of tenminste, dat hoop je. In mijn geval zou de kans daarop met een schilderij niet erg groot zijn – gelukkig schrijf ik.
Met schrijven volg ik ongeveer dezelfde structuur. Het begin met een idee, waar ik over nadenk. Soms heel actief, door een document te openen en een ‘brain dump’ te doen bijvoorbeeld, door te gaan plotten of door wikipediapagina na wikipediapagina te openen en de informatie mijn brein binnen te laten stromen. Het kan ook zijn dat ik het idee haast teder in mijn hoofd bewaar, waar het voorzichtig mag groeien en geleidelijk aan steeds meer vorm aanneemt.
De schets
Veel van mijn verhalen komen tot leven vanuit een emotionele haak. Een dramatische lijn die ik wil onderzoeken, die ik een personage wil laten ervaren. Dat interesseert me: hoe groeit mijn personage, waar zit het bitterzoete, waar zitten de pijn en de schoonheid? Idee en (hoofd)personages gaan vaak hand in hand – ik heb doorgaans meteen een beeld van wie ik moet ‘casten’ voor de grootste rollen. Wat hun character arc is, waar ze staan en waar ze heengaan. Ik bedenk namen die energetisch of emotioneel passen bij de karakters en met een stukje spiritualiteit, en in mijn achterhoofd altijd het verhaal dat ik wil schrijven, zoek ik uit wie ze zijn en hoe ik dat in woorden wil gaan vangen. Eigenlijk is dit de fase die aan het schetsen voorafgaat.
Het verhaal zelf zet ik vaak in grote lijnen neer – de schets. Soms weet ik al details, ‘hier komt die scène waarin het medium zegt: “volg je hart, je kunt het niet verkeerd doen”’, soms is het niet meer dan: ‘het conflict wordt intenser’. Ik heb het gevoel dat het verhaal al staat in mijn brein, maar dat ik het gewoon nog niet kan zien. Alsof er dikke mist over de weg hangt, die wat verborgen ligt pas onthult op het moment dat ik dichterbij kom, op het moment dat ik het verhaal in woorden vang.
Het schilderij
Sommige schrijvers kunnen heen en weer hoppen in hun verhaal. Scène hier, scène daar, en uiteindelijk schrijven ze het aan elkaar. Ik werk niet op die manier. Ik wil weten wat mijn personages hebben meegemaakt, hoe ze gevormd zijn, wat ze drijft, ergert en raakt. Ik schrijf van A naar B naar C, tot het verhaal staat. Als ik wel probeerde om ‘vooruit’ te schrijven, kwam ik altijd bedrogen uit. Dan klopte de boog niet meer, dan was er emotioneel gezien iets mis. Dat gebeurt me nog steeds wel eens als ik achteraf scènes toevoeg of grondig herschrijf – dan is er verderop doorgaans ook flink wat herstelwerk nodig.
In de glijdende schaal tussen absolute plotter en absolute pantser, balanceer ik rondom het midden. Ik wil niet té strak vasthouden aan wat ik bedenk, ik houd van de vrijheid om verrast te worden door nieuwe details, nieuwe wendingen, koppige personages en lijnen die ineens op magische wijze samenvloeien, op een manier die ik vooraf totaal niet had voorzien. Dit maakt wel dat ik wat meer rondes nodig heb om echt tot het eindresultaat te komen dat ik hebben wil: nadat de eerste vlakken zijn gekleurd, neem ik altijd nog ruim de tijd voor de schaduwen, de highlights, de details die het verhaal strakker maken, kleurrijker, levendiger.
Ik kan me een leven zonder verhalen niet voorstellen: schrijven is voor mij zo natuurlijk als ademhalen, zo belangrijk als dansen en zingen (voor mij zijn die twee heul belangrijk) en ik werk altijd wel aan een verhaal, of dat nu is op de laptop of in mijn achterhoofd. En als dan uiteindelijk alle mist is opgetrokken en het zonlicht het verhaal doet fonkelen, ben ik de koning te rijk.