Ik was vastgelopen met het schrijven van mijn fantasyserie en besloot om me tussendoor te richten op een korter verhaal. Op zo’n driekwart van het geplande verhaal liep ik opnieuw vast. Wat me eerst nog een sterk einde had geleken, zag er van dichterbij teleurstellend uit, en de spanningsopbouw door het verhaal heen was ook niet geworden waar ik op had gehoopt. Het verhaal rammelde aan alle kanten en ik had geen idee hoe ik het kon oplossen.
Rond dat moment kwam ik een serie blogposts over verhaalstructuur tegen, en ik overdrijf niet als ik zeg dat er een wereld voor me openging. Ik had wel vaag van de three act structure gehoord, maar nooit eerder zo’n gedetailleerde uitleg gezien vol concrete tips en checklists. Ik paste alles direct op mijn eigen verhaal toe en merkte dat het rijker, spannender en beter opgebouwd werd… tot ik nog eens goed naar mijn uitgebreide outline keek en me afvroeg of dit nog wel mijn verhaal was.
Wat ging hier mis?
Ik ben het niet eens met het veel gehoorde bezwaar dat verhaalstructuur automatisch de eigenheid uit een verhaal zou halen. Dat is echter wel wat je krijgt als je zo’n gedetailleerde checklist behandelt als een invuloefening zonder een goed inzicht te hebben in het grote plaatje waar al die punten in passen.
Inmiddels heb ik meerdere modellen voor verhaalstructuur vergeleken en een eigen interpretatie in vier kwarten ontwikkeld die me helpt om mijn verhalen beter op te bouwen zonder dat de structuur het verhaal overneemt. De basis wil ik hier delen, want hoewel ik niet zal beweren dat dit model voor iedereen of voor elk verhaal even goed zal werken, lijkt het me door de eenvoud en flexibiliteit een geschikt startpunt als je de principes van verhaalstructuur beter wil doorgronden.
Een definitie
Eerst even een stapje terug, want zoals bij wel meer schrijfprincipes gaan er ook van verhaalstructuur meerdere definities rond. Ten slotte kun je elk systeem waarmee je je verhaal structureert zo noemen, ook als het uniek is voor het verhaal, zoals een bepaalde afwisseling van heden en verleden of een onderverdeling van een boek aan de hand van locaties of thema’s. Maar als ik het over verhaalstructuur heb, gaat het over een abstract systeem dat de globale opbouw van een verhaal beschrijft, en daardoor op een oneindig aantal verhalen toegepast kan worden.
Vier kwarten van een verhaal
Bij de three act structure – begin, midden, eind – viel me op dat in de meeste interpretaties de tweede akte de helft van het verhaal beslaat, met een sterk keerpunt in het midden. Dat leek me onnodig verwarrend, dus de versie die ik hanteer gaat uit van vier kwarten, deels geïnspireerd door het boek Fiction Builder! van Eva Kattz en Maria Staal.
- Het begin. Het eerste kwart introduceert de belangrijkste personages en hun beginsituatie; hier zorg je dat het de lezer iets kan schelen wat er met de personages gebeurt. Ondertussen klopt het avontuur al aan, soms op dramatische wijze, maar de hoofdpersoon kan het vertrouwde nog niet volledig achter zich laten.
- Het avontuur. Rond een kwart stapt de hoofdpersoon een nieuwe wereld in, of dat nou letterlijk een locatie is of een nieuwe uitdaging of relatie. Dit is vaak het deel waar je de meeste beloftes over doet in de flaptekst: denk aan ‘jongen gaat naar toverschool’.
- De escalatie. Halverwege het verhaal ligt een keerpunt dat nieuwe inzichten biedt en de hoofdpersoon in staat stelt om proactiever de situatie aan te pakken. Maar ook de antagonisten of tegenwerkende omstandigheden beginnen harder terug te vechten.
- De finale. Dit is waar het hele verhaal naartoe werkt. Vaak geeft een dieptepunt de hoofdpersoon het laatste zetje om eindelijk recht op het doel af te gaan. Dat vraagt eerst nog voorbereiding, waarna de uitvoering van het plan tegen complicaties en tegenslagen op loopt voordat de hoofdpersoon overwint… of niet.
Dit is een overzicht in vogelvlucht; er valt nog veel meer te zeggen over elk van de vier kwarten, zoals wat ze betekenen voor karakterontwikkeling en welke specifieke plotpunten er te onderscheiden zijn. Voor nu daag ik je uit om een boek uit de kast te trekken en te kijken of je deze vier kwarten kan herkennen.