
Het is onvermijdelijk. Zodra je je schrijfwerk aan de buitenwereld laat lezen, kom je vroeg of laat iemand tegen die dat verhaal waar je ziel en zaligheid in hebt gestort, hélemaal niks vindt. Misschien is het een familielid. Misschien een jurylid bij een wedstrijd. Misschien zelfs een proeflezer, bij wie je nota bene hoopte op kritische feedback – maar niet zó kritisch!
Hoe goed je ook denkt dat je ertegen bestand bent, negatieve feedback werkt altijd demotiverend. Zelfs bij vriendelijk en constructief gebrachte opmerkingen kan het nog tegenvallen. Zo maakte ik me toch wel even zorgen toen twee mensen in mijn schrijfgroep vonden dat mijn verhaal te traag op gang kwam. Moest ik gaan snoeien in de zorgvuldige opbouw van emotionele lading en setting? Actie toevoegen waar het niet passend voelde?
De ervaring van de lezer
Op dat soort momenten is er één belangrijk principe waar ik altijd op teruggrijp: kritiek beschrijft de ervaring van de lezer, niet het verhaal zelf. Lezers hebben verschillende achtergronden, voorkeuren en verwachtingen. Misschien heeft de kritiekgever (deels) gelijk… of misschien is het gewoon niet de juiste lezer voor dit verhaal. Er is geen universeel ‘goed’ verhaal dat door iedereen evenveel gewaardeerd wordt. Je hoeft alleen maar de negatieve recensies van je favoriete boek te lezen om het bewijs te zien.
Kritiek beschrijft de ervaring van de lezer, niet het verhaal zelf.
Als je op die manier voor jezelf wat afstand hebt gecreëerd, is de volgende vraag: waarom zou de lezer die ervaring gehad kunnen hebben? In mijn geval wist ik van deze proeflezers dat hun eigen verhalen vaak een hoog tempo en veel actie hebben. Twee anderen hadden bovendien geen problemen met het tempo. Persoonlijke voorkeur kon dus heel goed een rol spelen. Daarnaast was er verwarring geweest over de geplande lengte van het verhaal, wat een verkeerde verwachting schiep over de opbouw. Ik concludeerde dat er geen fundamenteel probleem was, maar besloot wel te kijken of ik de al bestaande spanning nog wat kon aanscherpen.
Kritiek interpreteren
Als je dergelijke informatie niet hebt, zul je meer moeten gokken waar de lezerservaring vandaan komt. Stel dat een lezer stellig beweert dat er niets klopt van je plotlijn. Misschien zitten er inderdaad gaten in de logica, maar het kan ook dat een bepaald stuk informatie dat de boel verduidelijkt, te subtiel is waardoor de lezer het gemist heeft. Of diegene neemt (onbewust) verwachtingen uit een ander genre mee: je verhaal wordt dan bijvoorbeeld beoordeeld naar de standaarden van harde SF, terwijl jij je meer bekommert om interne logica dan exacte wetenschappelijke feiten.
Als je vermoedt dat de kritiek voortkomt uit verkeerde verwachtingen, vraag je dan ook af of het begin van je verhaal misschien onbedoeld beloftes maakt die niet aansluiten op het vervolg. Als de opening wél steunt op een kloppend beschreven natuurkundig fenomeen, kan dat de reden zijn dat de lezer struikelt wanneer je later van de feiten afwijkt.
Blijf bij je visie
Uiteindelijk is de schrijver de enige die goed kan beoordelen wat het verhaal nodig heeft.
Een lastige vorm van feedback is die waarbij suggesties voor verbetering worden gegeven. Met een suggestie is op zich niets mis; een mogelijke oplossing kan een goede illustratie zijn om een probleem te verduidelijken. Uiteindelijk is echter de schrijver de enige die goed kan beoordelen wat het verhaal nodig heeft. Als je bij feedback het gevoel krijgt dat de ander je verhaal wil herschrijven, moet er een grote alarmbel afgaan.
Voor suggesties geldt hetzelfde als voor directe kritiek: waarom zou deze lezer deze suggestie doen? Is er wel echt een probleem, en zo ja, zijn er andere oplossingen die dichter bij jouw visie voor het verhaal blijven? Ik merk dat een verbetersuggestie er soms op wijst dat ik het tegenovergestelde moet doen. Personages schrappen? Nee, daarvoor vervullen ze een te belangrijke functie – maar het klopt wél dat ze dan eigenlijk vaker in het verhaal moeten terugkomen.
Goede feedback is erop gericht om het verhaal dat jij voor je ziet beter uit de verf te laten komen, nooit om er een ander verhaal van te maken. Laat je niet overhalen om het anderen naar de zin te maken. Het kan nuttig zijn om te weten hoe een lezer het verhaal ervaart, ook als dat negatief is, maar alléén om te toetsen of je eigen bedoeling wel goed overkomt.