Jaren geleden hoorde ik overal het advies om vooral dóór te schrijven, in één keer naar het eind van je verhaal, en dan pas achterom kijken en zien wat er anders moet. Ik heb het geprobeerd, maandenlang: alsmaar dóór, en wanneer ik erachter kwam dat ik eerder in het verhaal iets wilde veranderen, maakte ik een aantekening en schreef verder alsof datgene al was aangepast. Het voelde steeds meer alsof ik bovenop een jenga-toren stond: elke niet uitgevoerde aanpassing was een nieuw gat in het bouwwerk, terwijl ik bovenaan maar verder bleef stapelen, hopend dat de boel niet zou instorten. Op twee derde van het geplande verhaal werd de toren te wankel om verder te gaan.
Overzicht of chronologisch
Iedere schrijver is anders. Het lijkt voor de hand liggend, maar toch heeft het me een hele tijd gekost voor ik besefte wat het betekende. Geen enkel schrijfadvies werkt voor iedereen. Zelfs als het voor 90% van alle schrijvers de beste oplossing is, kun je nog altijd bij die laatste 10% horen.
Volgens mij heeft dat alles te maken met waar je natuurlijke talenten liggen. Sommige schrijvers hebben een intuïtief gevoel voor de opbouw van een goed verhaal. Voor hen werkt het prima om het verhaal schrijvenderwijs te ‘ontdekken’, om pas na de laatste zin terug te gaan om er een meer gestroomlijnd geheel van te maken. Ik ben daarentegen een overzichtsdenker. Ik hoef niet eerst alles in klad op te schrijven om te ontdekken waar mijn verhaal over gaat: voor mij werkt het veel beter om vooraf een uitgebreide outline te maken. Ik blijf continu dat overzicht in gedachten houden en zit niet vast aan de chronologie van het verhaal, waardoor ik gemakkelijk heen en weer kan springen door de outline, of later her en der stukjes kan herschrijven. Wat ik níét moet proberen is een verhaal schrijven voordat ik voldoende overzicht heb. Er komt dan steevast een punt, meestal rond twee derde, waarop ik genoeg van het totaalplaatje zie om te weten dat al het voorgaande moet veranderen, maar nog niet genoeg om te weten hoe dan. En dat is tamelijk demotiverend.
Personages uitdiepen
En het gaat niet alleen om de aloude ‘plotter vs. pantser’-discussie (vooraf plannen of schrijvenderwijs ontdekken). Ik heb bijvoorbeeld persoonlijk een hekel aan vragenlijsten die moeten helpen om je personages te ‘verdiepen’ door dingen te bedenken als hun lievelingskleur en dierbaarste jeugdherinnering. Dergelijke oefeningen voelen voor mij oppervlakkig en irrelevant. Mijn personages zijn al vanaf het begin onlosmakelijk verbonden met hun verhaal en hun karakterontwikkeling, en alle verdere details komen daaruit voort. Maar ik begrijp heel goed dat dergelijke vragenlijsten voor andere schrijvers juist een ideale manier zijn om personages uit te werken en inspiratie op te doen voor het verhaal.
Uitproberen
Ga er dus nooit zomaar van uit dat iets dat voor een ander werkt, ook voor jou zal werken. Ook niet als die ander een beroemde, succesvolle schrijver is. Uit de buurt blijven van schrijfadvies dus? Integendeel! Verdiep je in zo veel verschillende en tegenstrijdige adviezen als je maar kan vinden. Maak jezelf bewust van alle mogelijke manieren waarop schrijvers schrijven, en ga dan uitproberen wat voor jou werkt. Combineer ideeën en methodes die je aanspreken en laat ze je inspireren om jouw eigen, unieke manier van schrijven te ontdekken.